Gezamenlijk gedeeld advies van de lokale adviesraden aangesloten bij de H10 inzake de
Regiovisie Jeugdhulp Haaglanden
- Goed voorstel, op de uitvoering komt het aan
Alle H10 adviesraden zijn blij dat er een concept-regiovisie ligt waardoor we kunnen verwachten dat de H10 gemeenten vanuit een gemeenschappelijke visie gaan opereren. Het concept is naar onze mening goed doordacht en geschreven in heldere en toegankelijke taal. Het gaat in dit voorstel om een inhoudelijke doorontwikkeling van de jeugdhulp, die moet bijdragen aan transformatie, kwaliteitsverbetering en kostenreductie. We steunen de uitgangspunten van het gedachtengoed van Positieve Gezondheid: “Met die bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én om zo veel mogelijk eigen regie te voeren.”
We zien in de visie mooie doelen en ambities geformuleerd, maar hebben nog wel vragen en zorgen over hoe de uitvoering eruit komt te zien. Wij kunnen ons voorstellen dat de uitvoering in dit stadium nog niet verder geconcretiseerd is, maar worden graag betrokken als hier stappen in gezet worden. Een cruciale vraag is of het met meer preventie en goede nazorg gaat lukken om de instroom in de jeugdhulp te verminderen en de positieve uitstroom te vergroten. We vinden het belangrijk dat het proces goed gevolgd wordt vanuit de verschillende perspectieven, waarbij betrokkenen zoals ouders, jongeren en verwijzers gehoord worden.
Graag geven wij nog een aantal adviezen.
- Toegankelijkheid, samenspel lokaal en regionaal, en goede monitoring essentieel
Het realiseren van tijdige en passende hulp hangt in hoge mate af van het bereik, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de lokale voorzieningen en de afstemming tussen lokaal en regionaal. Op de uitvoeringspraktijk komt het straks aan en nog lang niet overal is die goed op orde. Zo zouden wij bijvoorbeeld graag zien dat de H10 een actieve rol vervult in het op peil krijgen en houden van de toegankelijkheid en het bieden van kwaliteit op lokaal niveau. Dat kan door de verschillende praktijken te vergelijken en te bevorderen dat gemeenten (als het gaat om de primaire toegang) en de regio (als het bijvoorbeeld gaat om specialistische hulp) van elkaar leren om hun eigen praktijk te verbeteren.
Verder constateren wij dat onafhankelijke cliëntondersteuning in de gemeenten nog niet altijd goed geregeld is, waardoor het moeilijk voor jongeren en ouders is om de juiste hulp te vinden. Ook hier verwachten wij aandacht voor in de H10.
Daarnaast is bijvoorbeeld de vraag wie en hoe bepaald wordt welke kwetsbare kinderen voorrang zouden moeten krijgen in de hulpverlening in relatie tot de vraag welke kansen(on)gelijkheid men voor ogen heeft. Het is goed kennis, ervaringen, succesfactoren en praktijkvoorbeelden te delen (best practices), om data te verzamelen, te monitoren en te analyseren. (Kwalitatieve) Informatie over de uitvoeringspraktijk zal belangrijk blijken. Dit draagt bij aan een weldoordachte beleids- en praktijkontwikkeling binnen Haaglanden. Daarbij is het goed om te letten op de regionale financiële solidariteit zodat er meer grip en sturing komt op de kosten.
De geformeerde ambtelijke werkgroep die de ontwikkelingen gaat volgen zou vanuit alle hier genoemde perspectieven een belangrijke rol in haar opdracht moeten krijgen.
- Vertrouwen als uitgangspunt met tijdige en passende hulp voorwaardelijk
Het realiseren van tijdige en passende hulp is afhankelijk van de inrichting van de processen. Hoe worden wachtlijsten geslecht? Hoe voorkomen we dat door (meer) bureaucratie, het langer duurt voordat daadwerkelijk hulp geboden wordt? Wij vragen ons af of de inrichting van systeem en processen in Haaglanden het realiseren van snelle en passende hulp daadwerkelijk bevordert. De inkoopdocumenten, waarin het gaat over resultaatmeting en resultaatsturing, profiel-intensiteit combinaties enzovoort, stellen ons op dit punt niet gerust. Wij adviseren u de processen in het licht van ‘tijdige en passende hulp’ nog eens goed onder de loep te nemen. Daarbij is een overweging om, waar dit nog niet het geval is, uit te gaan van vertrouwen in zowel de professionals, de ouders als de jongeren. Het principe zou moeten zijn dat zo snel mogelijk gestart wordt met de hulp die door professionals in samenspraak met ouders en jongeren nodig geacht wordt, en dat de formele toewijzing en financiering aan de achterkant geregeld wordt.
- Ervaringsdeskundigen, jongeren en gezin goed betrekken en één regievoerder
Jongeren hebben in gesprek met de H10 een aantal adviezen gegeven die wij graag ondersteunen. Wij lezen met hen eigenlijk nog weinig over innovatie en transformatie. Thuiszitters en de aanpak van de meest kwetsbare kinderen kan beter in beeld komen en uitgewerkt worden. Ook kan er naar ons en hun idee nog meer genormaliseerd worden. Waarbij het belangrijk is transparantie te verschaffen over hoe dat normaliseren gedefinieerd en uitgevoerd wordt.
Een brede, integrale aanpak met inzet van meerdere partijen mag niet tot verwarring leiden bij jongeren en gezinnen. Om dat te voorkómen adviseren wij één regievoerder aan te wijzen die aanspreekpunt is voor een gezin/jongere en die zorgt voor overzicht, een integraal plan en goed contact tussen partijen. Overwogen dient te worden of de rol van contactpersoon/regievoerder vervuld kan worden door iemand die dicht bij de jongere/het gezin staat, bijvoorbeeld een familielid. In aansluiting hierop adviseren wij, samen met Jong Doet mee, de inzet van ervaringsdeskundigen en mensen uit het eigen netwerk waar mogelijk, met als veelbelovend voorbeeld de ‘JIM-aanpak’.
In algemene zin is ons advies: geef jongeren en ouders een centrale plaats, ook bij de uitvoering van het hulpplan. Betrek hen ook bij het door-ontwikkelen van het richtinggevend kader en de kwaliteitsmetingen.
- Eén overheid die tijdig, adequaat op kwaliteit gericht, handelt.
Kernpunt van ons advies luidt: kijk en denk vanuit het gezin/de jongere met de hulpvraag, organiseer integraal de hulp die nodig is om hen heen. We ondersteunen de lijn om op preventie in te zetten en om onnodig problematiseren en diagnosticeren tegen te gaan. Maar wij vragen u dringend te bewaken dat kostenreductie en regelingen niet de boventoon gaan voeren. We vragen hierbij speciale aandacht voor gezinnen en jongeren waar levensbreed en soms levenslang zorg nodig is. De overweging tot bijvoorbeeld overheveling van de zorg naar de WLZ dient uit te gaan van de vraag hoe de zorg voor een jongere het beste geregeld kan worden, niet van kostenbeheersing.