De Adviesgroep Toegankelijkheid van de ASDV heeft de plannen voor de herinrichting van boven genoemd deel van de Leidseweg aan een onderzoek onderworpen en is verbaasd dat de overgelegde tekeningen onvoldoende duidelijk maken hoe de toekomstige situatie is. Pogingen hierover nadere informatie te krijgen hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd. Uit de onderstaande vragen en opmerkingen blijkt ons inziens voldoende waar het aan duidelijkheid schort.
- De inrichting van de weg met direct ernaast ongescheiden fietspaden wijst op een 30 km inrichting. Mondelinge uitlatingen bevestigden dat. Bij de inrichting van een 30 km zone is de toegang, die gekenmerkt wordt door een doorlopend voetpad, van belang. Daar zou net als in de huidige situatie een zebra moeten liggen, die voor blinden gemarkeerd is met noppentegels. Zo een toegangsgebied ontbreekt op de tekening. Wordt het nu een 30 km weg of niet?
- Zo ja, dan roept dit wel de vraag op welke snelheid er gaat gelden op het nog niet gerenoveerde deel. Voorts vraagt de AT zich af of wijziging van de snelheid op de Leidseweg consequenties heeft voor de snelheid op de Piet Heynlaan.
- Bij de Piet Heynlaan is noch een verkeersregelinstallatie ingetekend en evenmin een zebra. Worden deze niet gehandhaafd? Dat zou een onjuiste beslissing zijn. Deze maatregelen zijn indertijd genomen omdat deze t-kruising te gevaarlijk was voor de scholieren. Het verkeer wordt door de herinrichting niet minder en op aanpassing aan de verkeerssnelheid in een 30 km gebied mag men niet blind varen.
- Momenteel is er een rustpunt voor overstekende voetgangers (ongeveer bij de fietsenmaker). Dat rustpunt zou niet moeten verdwijnen. De AT bepleit dat er voor mindervalide mensen minstens 3 wachtruimtes gecreëerd worden over de gehele lengte van de weg, inclusief een duidelijke markering voor blinden.
- Blijft de knip in de Leidseweg voor het vrachtverkeer gehandhaafd?
- De rijbaan breedte (5,20 m) impliceert dat het twee richting verkeer wordt. Zowel auto’s als vrachtwagens zijn 2.55m breed. Het is dus de vraag of deze breedte een goede doorstroming garandeert. Het is te verwachten dat de bewoners hun auto’s over de parkeerband gedeeltelijk op de stoep zullen parkeren zodat er van de mooie breedte van de stoep (2,1 m) minder overblijft.
- Bij de parkeerbanden lijkt gekozen voor een hellingshoek van 45 graden. Dit is veel te steil en belet niet alleen de toegankelijkheid voor mensen met rollator of scootmobiel, maar is op zijn zachtst gezegd ook onaangenaam voor fietsers, die vrezen een slag in hun wiel te krijgen. Deze banden zijn op twee plaatsen tussen stoep/parkeervak en tussen parkeervak/straat aangebracht. Vanuit het oogpunt van toegankelijkheid zijn banden van 30 graden noodzakelijk. Dat is ook op de meeste plaatsen in Vlietwijk gebeurd. (Zie bijlage 2 wegprofiel Vlietwijk) Het verdient voorts aanbeveling ook bij de overgang bij parkeervak/voetpad de inrichting – toegepast in Vlietwijk (een vlakke overgang) – te volgen.
- De plaatsing van lantaarnpalen en verkeersborden wordt niet duidelijk. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat juist in de uitvoeringsfase de principes van toegankelijkheid sneuvelen. De AT dringt er daarom op aan een persoon verantwoordelijk te maken voor de toepassing van die principes in de slotfase: dat betekent dat lantaarnpalen, verkeersborden, ophaalplaatsen voor vuilnis enz. allemaal zo ingericht worden dat rollators, kinderwagens en scootmobielen voldoende ruimte hebben. Zebraborden moeten net voor of na de zebra staan, niet in het midden daarvan, enz.
- Voorts moet er op gelet worden dat blinden en slechtzienden niet onverwacht een obstakel op hun pad aantreffen. Obstakels mogen alleen geplaatst worden ruim buiten de `natuurlijke’ geleidenlijnen van muren en tuinen.
- Tenslotte vraagt de AT zich af of er voorzien wordt in de te verwachten behoefte aan elektrische oplaadpunten (bij parkeerplaatsen). Wie regelmatig de Leidseweg bezoekt ziet vaak verlengsnoeren over fiets- en voetpad liggen. Dat moet in de nieuwe situatie niet meer voorkomen.