Het streven van zowel overheid als burgers is dat iedereen zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen: met een zo hoog mogelijke zelfredzaamheid en met eigen regie over eigen leven. Wanneer burgers niet zelfredzaam zijn, kan een beroep worden gedaan op de WMO. De WMO heeft tot doel burgers weer zo mogelijk zelfredzaam te maken zodat zij hun leven naar tevredenheid kunnen leven naar eigen kunnen, of hen die ondersteuning te bieden waar zij zelf niet in kunnen voorzien. Het is een voorziening voor burgers die niet zelfredzaam zijn.
Als een inwoner met een verzoek tot een voorziening bij de gemeente aanklopt, is het van belang met de desbetreffende persoon goed door te spreken waarom en op welk vlak men niet voldoende zelfredzaamheid ervaart. Het gesprek dient te gaan over de mogelijkheden en beperkingen die iemand ervaart op het hele brede sociale en maatschappelijke domein. Uitgangspunt is dat iemand ondersteuning vanuit de voorziening krijgt indien iemand niet zelfredzaam is; dus wat kan iemand wel of niet zelf doen, wat kan iemands netwerk wel of niet doen en wat kan iemand wel of niet betalen. Bij geen van deze vragen is toetsing aan de orde; er worden geen medische gegevens opgevraagd, het sociale netwerk wordt niet gecheckt en in diezelfde lijn zou ook de financiële situatie niet gecheckt moeten worden. De WMO is immers maatwerk zodat iedere inwoner zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen en kan deelnemen aan het dagelijks leven. Niet het aanbod, maar de vraag/ de behoefte staat centraal. Hoe kunnen we de burgers helpen zodat zij zoveel mogelijk kwaliteit van leven en welzijn ervaren?
Een moreel appèl op een inwoner die aanspraak wil maken op een voorziening uit de WMO is in lijn met de gedachte achter zelfredzaamheid en het basisprincipe van solidariteit, zoals dat ook in de zorgverzekeringswet het uitgangspunt is.
Een scootmobielpool zou als aanvulling op maatwerk mogelijk zijn, niet als vervanging van de huidige voorziening. Er bestaat immers ook de mogelijkheid voor begeleiding groep en begeleiding individueel. In dezelfde gedachte zou je naast het individuele aanbod ook een collectief aanbod kunnen creëren zodat inwoners een keuze hebben welke voorziening het beste bij hun behoefte past.
De toename van de vraag naar WMO-voorzieningen lijkt voorlopig te continueren. De voorgestelde maatregelen zullen niet afdoende zijn om de uitgaven, ook in de toekomst, te beperken. De Adviesraad Sociaal Domein Voorschoten hecht eraan het belang van preventie te benadrukken. Het is beter en goedkoper te investeren in behoud van zelfredzaamheid dan pas te reageren als er al problemen met de zelfredzaamheid ontstaan zijn. Effectieve preventie vraagt om een integrale benadering vanuit alle domeinen. Investeren in sociale cohesie en veiligheid, financiële zelfredzaamheid en zekerheid, passende woningen en een gezonde leefomgeving, evenals een gezonde leefstijl.
De maatregelen die nu voorliggen ontberen visie om burgers duurzaam zelfredzaam te houden of dit te bevorderen. Er lijkt geen afweging gemaakt te zijn over het effect van de maatregelen op het welzijn van de inwoners. De enige afweging lijkt de kostenbeheersing. De ervaring en onderzoek wijzen uit dat uitsluitend beheersing op kwantiteit ten koste gaat van de kwaliteit, zodat op den duur de vraag naar ondersteuning zal toenemen. De Adviesraad adviseert het college een visie op de houdbaarheid van de voorzieningen te ontwikkelen, zodat het ook in de toekomst mogelijk blijft zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en te kunnen deelnemen aan het dagelijks leven.