Dit Beleidsplan is voor advisering voorgelegd aan de werkgroep voor werk en inkomen van de Adviesraad Sociaal Domein Voorschoten.
Gedurende de totstandkoming van het Beleidsplan hebben de leden van de werkgroep twee maal hun inbreng kunnen leveren. Deze contacten werden als zeer prettig en nuttig ervaren. We willen daarom allereerst de beleidsmedewerkers van WIJZ bedanken dat zij dit georganiseerd hebben en open stonden voor alle opmerkingen en voorstellen.
Ons inziens is het Beleidsplan een helder geschreven stuk, waarin duidelijk aangeven is welke doelen de gemeente zich voor ogen stelt voor het efficiënt laten inburgeren van statushouders. Het toont ook aan welke obstakels te nemen zijn en de financiële risico’s die er spelen. Iedere gemeente van ons land zal invulling moeten geven aan de wettelijke plicht om inburgering aan te bieden. Het lijkt ons dan ook verstandig om goed te blijven “rondkijken en luisteren” hoe andere gemeenten dit denken te gaan doen en gaandeweg te leren van hun ervaringen.
We willen in ons advies een aantal zaken extra aandacht geven.
- Regie en aanspreekpunt bij gemeente. Dat de gemeente de regie over de inburgering krijgt is ons inziens hard nodig. Het huidige systeem faalt voor veel statushouders die niet zelfredzaam zijn. Juist omdat er niet een vast aanspreekpunt is en zijzelf alle verantwoordelijkheid krijgen voor het succesvol afleggen van het traject.
In het Beleidsplan is sprake van een vaste consulent vanuit de gemeente en een zeer regelmatig contact tussen consulent en inburgeraar. Dit is ons inziens belangrijk omdat alleen dan er een basis van vertrouwen ontstaat. De cliënt krijgt dan het gevoel dat hij ertoe doet, dat zijn talenten gezien worden en niet dat hij in eerste instantie gecontroleerd wordt. Gunstig is ook dat er oog is voor bijscholing van consulenten en aandacht voor cultuur sensitieve benadering.
Dit lijkt een zeer arbeidsintensieve en dus voor de gemeente dure aanpak, maar niet alle statushouders zullen evenveel begeleiding nodig hebben. Op den duur zal blijken dat deze kosten het waard zijn.
De praktijk zal uitwijzen of dit contact door middel van een echte afspraak moet, of via een mailtje of app bericht. Het belangrijkste is dat er regelmatig contact is en dat de inburgeraar weet bij wie hij/zij terecht kan met vragen of bijvoorbeeld een klacht over de school of opleiding.
- Inzet tolken. Daarbij is het inzetten van professionele tolken in de eerste fase voor een aantal statushouders onontbeerlijk en wij adviseren de gemeente hier ruim budget voor te reserveren. Vaak worden kennissen of familieleden gevraagd om te tolken, maar dit is o.i. niet voldoende, omdat het gaat om de toekomst van de cliënt en wat er van hem/haar verwacht wordt.
- Het taalniveau (B1) dat inburgeraar moet nastreven zal voor veel statushouders niet haalbaar zijn. De gemeente zal zich echt moeten inspannen om ook lokaal onderwijs te organiseren voor deze groep.
Mogelijk valt er iets te combineren met de Vroegschoolse Educatie, zodat ouder en kinderen vlak bij elkaar les krijgen. Het inzetten van deze VE vinden wij noodzakelijk om kleine kinderen, van wie de ouders thuis geen Nederlands spreken, goed voor te bereiden op de basisschool
- Brugklas. Het lijkt ons goed om statushouders behalve individuele begeleiding, ook groepslessen/bijeenkomsten aan te bieden. Dit biedt hen houvast en meteen ook de mogelijkheid om andere inburgeraars te leren kennen
- Ontzorgen. Door het eerste halfjaar de vaste lasten rechtstreeks door te betalen vanaf de uitkering wil de gemeente deze financiële en administratieve zorgen overnemen. Dit vereist een zeer zorgvuldige voorbereiding met alle deelnemende partijen (corporaties, zorgverzekering en nutsbedrijven) en moet niet te licht opgevat worden. Ook hier moet de statushouder duidelijk weten wat er voor hem georganiseerd wordt, hoe lang dit gaat duren en wat hij zelf wel mag regelen (bijv. toeslagen aanvragen, contract voor telecom enz.). De ervaring heeft geleerd dat deze zaken gemakkelijk verkeerd gaan.
- De groep die “buiten de boot” valt (p 28). Positief is te lezen dat de gemeente ook voor de groep die nog valt onder de oude wet op de inburgering aandacht houdt. Misschien kan men profiteren van de extra voorzieningen en taallessen die aangeboden worden aan de nieuwe inburgeraars.
- Kostenberekening en implementatieplan. Zoals aangegeven zijn de kosten van de uitvoering van dit Beleidsplan nog niet goed in te schatten, aangezien niet bekend is hoe groot de bijdrage van het Rijk zal zijn en hoe groot het aantal statushouders is dat de gemeente moet laten inburgeren. Wij hopen dat dit de komende maanden duidelijk gaat worden. Daarom zijn wij ook zeer geïnteresseerd in het implementatieplan van de uitvoering, dat zal volgen op deze Beleidsnota.
- Toekomst. Het spreekt vanzelf dat in het Beleidsplan inburgering geen rekening is gehouden met het feit dat Voorschoten in de toekomst deze taak zal onderbrengen bij de gemeente Leiden/ Leidse regio. Dit zal een overdracht van dossiers betekenen die ingrijpend is voor de statushouder en mogelijk tot vertraging van zijn inburgering leidt. De gemeente Leiden zal waarschijnlijk met andere partijen samenwerken en bij andere onderwijsinstituten de aanbesteding hebben lopen. Wij dringen er bij het college op aan deze overdracht (net als die van alle klanten met een bijstandsuitkering) goed in de gaten te houden. Ook hier is goede communicatie en voorlichting aan de belanghebbenden van groot belang.